Efficiënt

De meeste trainingsloopjes loop ik, uit efficiency-overwegingen, vanuit huis. De baantrainingen op woensdagavond natuurlijk niet, en de ‘georganiseerde trainingsloopjes’ evenmin, maar de gewone doordeweekse trainingen op dinsdag en vrijdag nagenoeg altijd, en tegenwoordig de zondagse lange duurlopen ook. Die duurlopen zijn vaak 30 kilometer of langer, en dan vind ik het wel de moeite om via een zo mooi mogelijke route de stad te doorkruisen, een rondje door de duinen te maken, en via een andere zo mooi mogelijke route weer huiswaarts te keren. De trainingen op dinsdag en vrijdag hebben een duur van meestal tussen een en anderhalf uur, en binnen die tijd háál ik de duinen (en terug) niet eens. Gelukkig heb ik een redelijk mooi rondje van 13,7 kilometer, langs de Zomervaart, het Spaarne en de Ringvaart, naar wens uit te breiden met een extra rondje ergens door een recreatiegebiedje, maar ik loop hoe dan ook verhard, wat ik als een groot nadeel beschouw, en helemaal zo mooi als in de duinen vind ik het er toch ook niet.

Vandaag hoef ik slechts een duurloopje van 25 kilometer te doen. Weliswaar stond er oorspronkelijk 35 op het menu, maar aangezien ik de afgelopen weken moe, moeër, moest ben, leek het trainer Henny en mij geen slecht plan daar een paar kilometer van af te halen. Heel fijn, eindelijk weer eens een overzichtelijke afstand, maar tegelijk wel een beetje vleesch-noch-visch. Net wat kort om naar de duinen te lopen, daar een rondje te maken en weer terug: als ik naar de Kennemerduinen loop, is de verhouding stad:natuur ongeveer 14:11 – dat is net niet helemaal de verhouding waar ik gelukkig van word.

Nee, dan kan ik beter een andere kant op lopen, en de duinen de duinen laten, als ik dan per se direct vanuit huis wil gaan lopen. Het Haarlemmermeerse bos in, bijvoorbeeld. Eerst naar de duinen fietsen, zoals ik vroeger op zondag steevast deed, kan ook, maar kost veel meer tijd. En ik heb afgesproken om vandaag ook te gaan klussen bij vrienden die vrijdag de sleutel van hun nieuwe huis kregen. Keuzes, keuzes.

Als ik naar bed ga, hoost het. Als ik ’s nachts even naar de wc ga, hoost het nog steeds. Dat maakt de keuze makkelijker – als het regent, heb ik niet zo’n zin om eerst op de fiets te stappen, me dan al helemaal nat te laten regenen, en dan nog te moeten gaan lopen. Te veel gedoe bovendien met kleren meenemen en zo. Maar helaas, ’s morgens is het droog. Ik ben echter niet zo vreselijk vroeg opgestaan als ik van plan was, dus het is nog steeds het slimst om een efficiënt rondje vanuit huis te maken. Alleen: ik was deze week niet alleen moe, moeër, moest, maar ook een beetje depri, depriër, depriest – en het visioen van een rondje door het Haarlemmermeerse bos, met als hoogtepunt Big Spotter’s Hill, doet mij vrezen dat mijn in wezen opgewekte natuur voorgoed tot het verleden zal behoren als ik vandaag die kant optrek.

Toch maar op de fiets dus, en wel naar ingang Bleek en Berg van de Kennemerduinen – een deel van het duingebied waar je lekker veel onverharde paden hebt, en ook wat hoogtemeters kunt maken. Het waait nogal, en daardoor heb ik het gevoel dat ik al een aardige warming-up te pakken heb als ik van mijn fiets stap. Maar dat is nog niets vergeleken bij de eerste loopmeters. Pff, is dat pad altijd zo mul, en loopt het altijd zo omhoog? Ik ben nog maar net op gang, of het zweet parelt al op mijn bovenlip. Typisch een geval van te warm aangekleed. Dat moet wel – een gebrek aan conditie kan het niet zijn. Toch?

Het is een beetje laf misschien, maar ik loop twee paaltjeswandelingen na elkaar (met als voordeel dat ik na het eerste rondje mijn totaal overbodige jasje in de fietstas kan stoppen) – eerst rood, daarna geel. Rood is mooier, volgende keer die voor het laatst bewaren. Daarna heb ik nog wat kilometers tegoed, en loop ik de Brederodeberg een paar keer op en af – twee keer via de lange kant, en twee keer via de trap. Ik weet niet of dit een slimme zet is, gezien de deplorabele toestand van mijn knie (ik houd van overdrijven, don’t worry), maar Henny is op weg naar Engeland, dus die doet mij niks, en ik wil zo graag ook eens het idee hebben dat ik hard train…

Het gaat lekker, ik hijg, ik heb het op een aangename manier zwaar, en daar doe ik het voor. Alleen, shit, nu is mijn gemiddelde tempo weer naar 9,4 km/u gezakt, terwijl ik eerst anderhalf uur mijn stinkende best heb gedaan om het op de adviessnelheid van 9,5 te krijgen. Niemand die het een fluit kan schelen, zelfs mijzelf boeit het nauwelijks, maar tóch zet ik er in de laatste kilometer, van de Brederodeberg terug naar de uitgang, even flink de sokken in, in de hoop dat die vermaledijde decimaal zo vriendelijk wil zijn om weer op 5 te springen. Zul je altijd zien, legt iemand een boomwortel midden op het pad. Baf! Oké, ook dat is niet echt lekker voor mijn knieën. En niet echt fijn voor mijn rechterborst ook, overigens. Ik ben wel eens zachtzinniger op m’n plaat gegaan…

Terug naar huis wind mee. Niet zo heel vroeg bij mijn vrienden, maar wel een heerlijke training achter de rug. Mét een gemiddelde snelheid van 9,5 km/u.

Dit bericht werd geplaatst in hardlopen. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s