Het kan niet alle dagen feest zijn.
Waarom niet eigenlijk?
De dag na de UHT ben ik de hele tijd met de pijnlijke rechtervoet in de weer. Rekken, strekken, rollen, masseren etcetera ad infinitum. Het móet overgaan, en wel nu meteen. Op dinsdagavond ga ik naar de baan – wegens een vergadering op woensdag een dag te vroeg. Ik geef mezelf de strikte opdracht om het hoofdprogramma te skippen wanneer ik tijdens het voorprogramma te veel last heb. Maar ik voel de voet nauwelijks, en loop een stuk lekkerder dan een week eerder. Niet snel, maar dat zij maar zo.
Op donderdagochtend ga ik met tegenzin de deur uit voor een rondje, en nu heb ik opeens wél weer last. Ik loop een minirondje, waarbij ik ook nog twee wandelstukken inlas. Wel een mooie gelegenheid om weer wat uitvalspassen en squats te doen, en me bij een bankje een paar keer op te drukken.
Op zaterdag moet ik mezelf werkelijk m’n bed uit schóppen om te gaan lopen. Eenmaal buiten, blijkt het behoorlijk lekker. Ik ben van plan om weer eens elke zesde minuut te versnellen, want het wordt tijd dat ik weer iets aan mijn tempo ga doen. Bij de zesde minuut is mijn hartslag nog torenhoog, dus die hoeft niet. De twaalfde minuut ontgaat me. Als dan ook de achttiende aan me voorbijgegaan is zonder dat ik het in de gaten had, laat ik het idee van minuutjes versnellen maar los. Ik loop niet snel, maar voel nauwelijks een pijntje en ben weer eens blij dat ik de tegenzin heb overwonnen. Zó voorspelbaar.
Op dinsdag een iets langer rondje. Ik ben niet heel fit, en vind het zwaar, maar dat kan ook komen doordat ik net iets sneller loop dan ik eigenlijk doorheb. Ik geniet van de dageraad, het Spaarne, de Ringvaart, het polderlandschap, de molens, de wolkenlucht. Die hagelbui op het laatst had dan weer niet per se gehoeven.
Op woensdagavond een aangenaam zware training op de baan. Wat vind ik dat toch leuk, en wat ben ik blij met Jan als trainer! Alles gaat up-tempo, de oefeningen volgen elkaar zonder tussenpauzes op, en de pauzes van het hoofdprogramma duren kort, óf worden opgevuld met nog een paar krachtoefeningen. Yes! M’n voet lijkt nu helemaal hersteld te zijn, ook buiten het hardlopen om voel ik niks meer, ook geen vage zeurpijn. Alleen voel ik nu m’n hamstring weer, en de hiel nog steeds (de laatste ook al sinds de ISU), maar dat beschouw ik maar als een waarschuwing om m’n oefeningen weer wat trouwer te gaan doen – daar zit alweer een poosje de klad in.
Op vrijdag wéér met tegenzin m’n bed uit. De wekker is allang afgelopen, de tijd tikt weg. Ik wíl niet! Tijd voor een goed gesprek. Natuurlijk wil je dit wel, Schreuder, je hebt toch zulke grootse plannen voor volgend jaar? Dan moet je trainen, dat weet je, en van een beetje sportdiscipline is nog nooit iemand slechter geworden. Uiteindelijk word je er blij van. Oké, oké, gaan we weer. Het is verrotte koud, het is mistig en heeft gevroren. Een prachtig landschap dus. Het gaat niet van harte, m’n hartslag is hoog, het tempo niet – al doe ik nu wél die minuutjes versnellen. Ik word er niet superblij van, maar ben tevreden over mezelf.
Op zondag (vandaag) staat de Sinterklaasloop bij AV Suomi op m’n programma. Ik wilde eigenlijk Voornes Duintrail doen, maar wachtte te lang met inschrijven, en toen die voet zo tegensputterde tussen Rhenen en Driebergen, dacht ik dat het maar goed was ook, dat ik begin december nog geen 44 kilometer hoefde te lopen. Door omstandigheden zit ik het weekend ‘vast’ in Haarlem (ik ben al in geen eeuwen in Arnhem geweest), en ik denk dat meedoen aan een wedstrijd de pijn zal verzachten. Er is dit weekend jammer genoeg geen crossje in de buurt, maar de Sinterklaasloop dus wel. Ik kies voor de 10 kilometer – zou ook weleens een 5km-wedstrijd willen doen, maar dat doe ik dan liever een keer als ik echt in vorm ben en denk een goede tijd te kunnen lopen. Bovendien: 5 kilometer is wel héél erg kort. Ik weet dat ik niet al te fit ben. Ben wat verkouden (wie niet), maar zit vooral qua trainingsopbouw een beetje in een niemandsland, en laat de teugels voor wat betreft het consumeren van niet per se heel gezonde dingen de laatste tijd wel erg soepeltjes vieren. Goed, genoeg excuses dus, en in de richting van m’n pr-tijd hoeft beslist niet, maar binnen de 50 minuten verwacht ik toch wel binnen te zijn. En voor mezelf trek ik daar nog een minuutje van af.
Het is wat druilerig weer, fris, maar niet koud. Perfect loopweer dus, al ben ik voor zo’n korte wedstrijd iets te warm gekleed met een lange broek en een shirt met lange mouwen. Ik probeer het tempo onder de 5 minuten per kilometer te houden, en geloof dat dat meestal wel lukt. Bij de eerste kilometerbordjes valt me al op dat ik net iets meer afstand op mijn Suunto heb staan. De route loopt al snel naar de duinen, we volgen het fietspad langs de rand, naar het zuiden. Lekkere omgeving, bossig. Het enige wat ik eigenlijk doe, is bij de kilometerbordjes kijken of ik gemiddeld nog onder die 5 minuten zit. Dat is steevast het geval, maar ik zie ook dat ik op dat schema niet echt uitloop. Er loopt een dame een stuk voor me, die ik kilometerslang in het vizier houd. In het begin verwacht ik nog dat ik haar in de eindfase wel in zal halen (ben ik nou iemand van de lange adem of niet?), maar na een kilometer of 7 realiseer ik me dat dat een illusie is. Ik kom wel iets dichterbij, maar ze verslapt niet of nauwelijks, en ik ben niet in staat om te versnellen. Op het laatst mogen we nog een (krap) rondje op de baan. Iets voor de finish zie ik de klok al op 49:00 springen – dat is natuurlijk bruto, dus ik heb nog hoop… maar nee, 49:07 geeft mijn horloge aan. Bij een afstand van 10,11 kilometer, dat dan weer wel. Omdat ik mijn klokje iets voor de start al indrukte, hoop ik nog dat in de officiële uitslag wél een tijd van net onder de 49 minuten te zien is, maar gek genoeg sta ik met een tijd van ruim 52 minuten in de uitslag. Ruimschoots na de Bianca, die ik de hele tijd aangemoedigd hoorde worden en die toch echt een stukje na mij finishte. Nou ja, een mooie oefening weer om te weten dat het er niet om gaat hoe snel ánderen denken dat je gelopen hebt, maar om hoe snel je zelf weet dat je gelopen hebt. En zelfs dat is volslagen onbelangrijk. (Bovendien zie ik dat Johan Neve, die tweede werd, met een tijd van ruim 59 minuten in de uitslagen staat – terwijl hij 5 kilometer liep! Dan valt het bij mij nog wel mee.) (Update: later blijkt dat er bij de organisatie iets fout is gegaan – chip- en startnummers matchten niet met elkaar. Mijn nettotijd: 49:00! Grr 😉 )
Zo. Nou. Vanwaar de titel? Geen idee eigenlijk. Laten we het erop houden dat ik blij ben dat ik loop.
Ben wel benieuwd naar je oefeningen. Fijn dat je voet weer goed gaat.
Groetjes,
Dorothé
Hai jacolien,
Heb je misschien tijdens een veterstrikpauze je klokje even op stop gezet?
Mooi dat je weer aan het lopen bent en dat het goed voelt. Ik heb zaterdag nog in Bremen een marathon in een park met 1125 Hm gelopen en zondag nog een bij Dfw runners. En tijdens en na afloop nergens last van. Hoop dat mijn liesblessure nu echt op zijn retour is.
Vr. groeten en hopen dat het goed mag blijven gaan met jou,
Bennie
Haha, grappenmaker. Denk je dat ik meer dan 3 minuten nodig heb om mijn veters te strikken? En dat in een 10km-wedstrijdje? En dan heeft die Johan Neve over wie ik het heb (en die de 5km in 17 minuten afraffelde) zeker 42 minuten nodig gehad om z’n veters te strikken?
Nee, de organisatie heeft het boetekleed aangetrokken: verkeerde chips op verkeerde startnummers geplakt…
Mooi dat het goed lijkt te gaan met je lies. Hoop verder ook alles goed met je!
Groet, Jacolien