Het bloed kruipt…

Ik verval in herhaling, ik weet het, maar het beviel me behoorlijk goed om niet meer zo veel en zo vaak en zo ver te hoeven lopen van mezelf. Tot er een winterdipje op kwam zetten en dat dipje niet na twee dagen alweer voorbij bleek te zijn. Heel rap dacht ik: help, ik ga maar weer lopen! De aloude oplossing voor zo ongeveer alles werd uit de stal gehaald.

Het blijft voorlopig bij korte stukjes. Mijn favoriete rondje van 8,5 kilometer (met 190 hoogtemeters) moet er het meest aan geloven. Een enkele keer snij ik een stukje af om in plaats daarvan een extra lusje over de Posbank mee te nemen, een heel enkele keer doe ik dat laatste zónder eerst een stukje af te snijden. Een andere keer loopt mijn rondje de andere kant op. Ergens in december heb ik zowaar een keer zin om in het weekend weer eens een rugzakje op de rug te hijsen voor een iets langer rondje. Zeventien kilometer, niet te gek natuurlijk – ik heb nog meer te doen in m’n vrije weekend. Twee weken later nog een keer zoiets, maar daarna word ik ziek. Griep, bronchitis, weet ik veel. De klad komt er weer in.

Het herstel van zoiets duurt altijd langer dan je hoopt. Te vroeg begin ik weer. Terugslag. Weer anderhalve week niet lopen. Nieuwe poging. Zo, die benen zijn loodzwaar. De grote oefening in mijn nieuwe loopleven is om geen enkele verwachting te koesteren over tempo en afstand. Niet te balen als ik nóg langzamer ben dan ik tegenwoordig toch al standaard ben. Iedere keer dat ik buiten ben alleen maar blij te zijn over dat simpele feit.

Omdat ik nog altijd graag wil uitkijken naar iets leuks, kijk ik zo nu en dan weer eens in een hardloopkalender. Daar staan tenslotte niet alleen marathons en ultra’s op, maar ook korte loopjes. Het komt er nog niet van me daadwerkelijk ergens voor in te schrijven. Áls ik me ergens voor in wil schrijven, zit het loopje al vol en kan dat dus niet meer.

Op donderdag (afgelopen week) bedenk ik dat die zaterdag de eerste Sjravele door Limburg gelopen wordt. Even de deelnemerslijst bekijken. Ai ai, wat een leuke mensen allemaal, dat moet ik weer missen. Hoewel… Als ik nou zou kunnen meerijden? En me dan inschrijven voor de marathonafstand? Gekkenwerk natuurlijk, met die paar kilometer in m’n benen in de afgelopen driekwart jaar, maar ach, twintig kilometer red ik wel (weet ik door die twee keer zeventien in december), en dan kan ik altijd de rest nog wandelen. En als dat te lang duurt, of zelfs wandelen lukt niet, dan kan ik ook altijd nog uitstappen. Meerijden met Renske en Ernst Jan is zo geregeld – sterker: Hannah rijdt ook mee, dus nog gezelliger. Inschrijven is ook zo geregeld. Kom maar op met die Limburgse modder! Even een momentje van schrik als Renske vraagt of ik dan om 6:20 uur op de afgesproken carpoolplaats wil zijn. Shit, wie heeft dit nou weer bedacht!

Wat zal ik erover zeggen? Ik heb inderdaad een heerlijke dag. Zo fijn om iedereen weer te zien, ook wat mensen die ik echt al lang niet gezien en gesproken heb. In het begin loop ik nog een poosje in de buurt van de usual suspects, maar ik ben deze keer echt wel verstandig genoeg om me al redelijk snel terug te laten zakken. We starten in Gulpen en dat is een goede zet van Willem. Scheelt wat overbruggen van stukken meer in de buurt van drukke wegen. Het is zalig weer – later op de dag door de wind weliswaar wat fris op de open vlaktes, maar verder: droog en lente-achtig. Dat laatste komt ook door de vogels, die hun enthousiasme over het voorjaar luidkeels ten gehore brengen.

Het lopen is natuurlijk pittig, maar ik had ook niet anders verwacht. Na de tweede verzorgingspost (voor mij halverwege, de vijftig-kilometerlopers maken vanaf daar een lus, die ik over mag slaan) wandel ik inderdaad veel , maar blijf ik waar mogelijk toch nog hardlopen. Al moet je dat ‘hard’ met een behoorlijke schep zout nemen. En betekent ‘waar mogelijk’ eigenlijk: alleen als het bergaf gaat. Maar wat boeit het? Ik ben gewoon lekker buiten, en ik loop zonder noemenswaardige training toch dik veertig kilometer. Met m’n lichaam wel behoorlijk ingezakt, vrees ik, gezien de spierpijn in m’n schouders na afloop. Toch al niet m’n sterkste kant, een mooie (loop)houding.

Goed, heerlijk dagje dus. Back in business? Dat is de vraag. De verleidingen zijn groot. Het ene na het andere mooie en sympathieke loopje komt voorbij op die zaterdag. Mijn fomo wordt flink getriggerd. Ik laat het maar weer even zakken en ik zie wel waar dat bloed van mij de komende tijd heen kruipt.

Dit bericht werd geplaatst in hardlopen, persoonlijk. Bookmark de permalink .

6 reacties op Het bloed kruipt…

  1. Bennie zegt:

    Hai Jacolien,
    wat leuk om te lezen dat je weer aan het lopen bent en gelijk maar een marathon na een lange periode van weinig op loopgebied doen. En het mooiste is natuurlijk dat je genoten hebt en als het ware weer “thuiskomt” in het lopers wereldje. Ik hoop dat je de weg omhoog kunt blijven vasthouden.
    Toi, toi, toi,
    Bennie

  2. Matthew zegt:

    Ik had je naam al gezien in de ‘uitslag’. Lekker doen! Eens een loper altijd een loper tenslotte, zeg ik uit ervaring… (ik mik na 2,5 jaar aanwezigheid op Sallandtrail 50 km over een week of 4 🙂 )

  3. Marjan zegt:

    Leuk stukje weer. Goed om te doen, als ik het zo lees. Lopen, buiten zijn, zonder de druk om te presteren. Heerlijker kan het toch niet?

Geef een reactie op Matthew Reactie annuleren