Lopen is genieten (als het lekker gaat)

Zo loop ik vier jaar geen marathon (waarvan ik één jaar überhaupt niet loop), zo loop ik er twee in acht dagen tijd. En dat terwijl ik met kerst nog het idee heb dat het niet meezit, met het uitbreiden van de afstand (omdat ik de halve marathon waar ik me voor heb ingeschreven moet laten schieten wegens ziekte, terwijl ik ook eerder al een gepland loopje heb moeten laten lopen) en bang ben dat de klad er weer in komt, in dat hele lopen van me. Maar gelukkig staat er nog een loopje op het programma, namelijk het nieuwjaarsloopje. Vriendenloopje op initiatief van Wilma, waar ik eerder een paar keer aan heb meegedaan, maar de laatste jaren logischerwijs niet meer. Destijds liepen ze (we) 60 kilometer, dit jaar staat er een ruime marathon op het programma. We worden ouder, dat zal het zijn. Die marathon is verdeeld over twee verschillende rondes; vanuit Wolfheze, bijna in mijn achtertuin, en uitgezet door Hannah, dus mooie paadjes gegarandeerd. Ik weet vrijwel zeker dat één rondje me wel zal gaan lukken (de week voor kerst liep ik 19 kilometer – de langste afstand sinds m’n herintreden), en hoop stiekem op twee. Bij het nieuwjaarsloopje wordt altijd uitgebreid gepauzeerd voor een pannenkoek, dus Hannah zegt ’s morgens tegen me: als je een halve wel haalt, dan loop je vandaag gewoon twee keer een halve marathon. En warempel: het gaat! De lunchpauze duurt iets langer dan fijn is (de groep is groot), en hoe langer het duurt, hoe minder zin ik heb om weer te gaan lopen, maar ik twijfel niet om door te gaan. Ik ben blij verrast over het gemak waarmee ik loop. Ik zal vroeger ook vast weleens van zulke dagen hebben gehad, maar ik herinner me toch vooral de keren dat ik het zwaar had – zo niet de hele dag, dan toch altijd de laatste uren van die dag. Zo niet nu. Weliswaar kijk ik de laatste kilometers uit naar het eind, maar echt zwaar krijg ik het nergens. 44,4 kilometer in de benen.

Spierpijn natuurlijk, al is die minder heftig dan waar ik bang voor was. Maandagavond loop ik met de club een herstelloopje van 8 kilometer. Hm, ook weer niet zó weinig spierpijn dus. Woensdagavond op de baan gaat het alweer beter, maar blijkt de spierpijn nog steeds niet helemaal verdwenen. Ik loop zowaar lekker – dat is op deze baan en na mijn looppauze nog steeds bepaald geen vanzelfsprekendheid. Vooral niet te snel willen lopen, dat lijkt vooralsnog de truc te zijn voor me. Het gaat lekker genoeg om me diezelfde avond aan te melden voor het eerste loopje van Willem en Annemarie (funrunner) van 2024: de marathon van Stevensbeek op zaterdag de 13e. Drie rondjes deze keer, wat nog wat meer afstandmogelijkheden biedt. Maar weer even zien wat haalbaar is.

Het startpunt is bij Jan, in de werkruimte achter zijn huis in Stevensbeek. Als ik aan kom rijden, zie ik het spandoek met de typische Willem-uitspraak al hangen: ‘Lopen is genieten’. De ontvangst is hartelijk als altijd. Hè hè, ik ben er weer, na zoveel jaren. Kop koffie, anderen begroeten, veel bekende gezichten, voor mij ook enkele onbekende, laagjes afpellen tot waar ik in wil lopen, twijfel over wel of niet een jasje aan om mee te beginnen, paar boterhammen in het rugzakje proppen voor je weet maar nooit, we worden naar buiten gebonjourd, het is 9 uur en ik denk dat dit het startsein is, dus ik zet m’n horloge vast aan, maar natuurlijk maakt Willem eerst nog een groepsfoto, en dan mogen we, een paar minuten over 9, met nog wat laatste route-aanwijzingen, los, het weiland in.

Ik moet eerlijk toegeven: het is niet de allermooiste route die ik ooit liep. Veel asfalt onder de voeten, het nodige grasfalt om over uit te kijken, hier en daar een megastal, een deel van de route vlak langs de A73. Van de leuke stukjes geniet ik extra, maar dat de rest minder fraai is, maakt me eigenlijk weinig uit. Een paar vrienden mopperen wat over het saaie, grijze weer – wat me vandaag ook al niks kan schelen. Alleen vind ik het knap koud om na een pauze (de verzorgingspost is ook bij Jan) weer naar buiten te gaan, maar dat hád ik kunnen oplossen door dat jasje in m’n rugzak toch aan te trekken. Op een andere dag, in een andere bui, had ik misschien ook gemopperd, of bij andere weersomstandigheden – want ik heb dan weer iets tegen warmte – maar vandaag dus niet. Wel heel fijn dat de laatste ronde (11,5 kilometer) verreweg de leukste is. Beetje pielen door het bos, met hier en daar een stuk van het pad af manoeuvreren en balanceren om droge voeten te houden. Heerlijk spelletje.

Die laatste ronde loop ik van begin tot eind met m’n vaste cluppie: Hannah, Renske en Ernst Jan. Het eerste stuk is ook Jean-Pierre erbij, maar die haakt af en we koppelen hem aan een paar wandelaars, die op weg naar de finish zijn (onder wie Jan zelf, op weg naar huis dus). Wij lopen dit rondje per ongeluk in tegengestelde richting, zodat we ook niet bij andere lopers kúnnen aansluiten. We komen ze wel allemaal tegen – ook gezellig. Het lopen gaat nog steeds verdacht gemakkelijk. Ernst Jan zegt dat hij ook maar eens een uitgebreide loopsabbatical gaat nemen. Ik begrijp niet goed hoe het kan en waar ik het aan te danken heb, maar doe er mijn voordeel mee. Ik snap dat dit heus geen garantie voor de toekomst is.

We finishen, na wederom een ruime 44 kilometer, als net niet laatsten. Het is prima, niemand (bijna niemand dan) bekommert zich hier om tijden. Behalve Willem, die graag ‘mooie tijden’ in de uitslagenlijst noteert en dat dan ook doet. Even wat droge kleren aan en nog maar weer verder met het uitgebreide buffet dat ons de hele dag is geboden. Zelfgebakken cake, zelfgemaakte soep (beide door Willem), brood met gebakken ei (Annemarie). En na afloop komt Annemarie nog met pannenkoeken op de proppen, die er prima ingaan in combinatie met bier en chips – zo te zien, want ik laat de pannenkoeken even aan me voorbijgaan. Ik praat een poosje bij met Willem, over zijn gezondheid en over onder andere zijn wens om ook dit jaar de Monschaumarathon nog uit te kunnen lopen. En ook over zijn plezier in het blijven organiseren van deze loopjes, al kan hijzelf tot zijn spijt nu niet meelopen. Ik ben blij dat hij die lol erin heeft, want het is zo’n prachtig, laagdrempelig concept en ik hoop dit jaar weer vaker mee te kunnen lopen.

De kop is eraf, mag ik wel zeggen.

Dit bericht werd geplaatst in hardlopen. Bookmark de permalink .

7 Responses to Lopen is genieten (als het lekker gaat)

  1. Adriaan's avatar Adriaan schreef:

    Uitslover

  2. Ditta Schreuder's avatar Ditta Schreuder schreef:

    Knettergek, ik vond je al zo stil. Een paar loopjes zei je toch? Volgens mij ben je al bijna door het maximum aantal marathons per jaar heen.

  3. Hannah Wielenga's avatar Hannah Wielenga schreef:

    Ja ja, alsof je nooit bent weggeweest. Ik mag zeker niet zeggen: ‘Ik wist het wel’ 😉

Geef een reactie op Hannah Wielenga Reactie annuleren