Onwillig

Ultralopers beweren weleens dat goed presteren in hun sport wellicht eerder een mentale dan een fysieke kwestie is. Niet zo gek als je bedenkt dat sommige van hen rustig 24 uur lang rondjes door een suf dorp of over een suffe atletiekbaan lopen, daarbij al dan niet geterroriseerd door dramatisch slechte muziek uit de speakers. Of als je bedenkt dat anderen zich in hebben geschreven voor iets dat op papier een trail zou moeten zijn, maar dat in de praktijk voor wel 20% uit asfalt bestaat. Gruwelijk! Of als je bedenkt dat het kan gebeuren dat iemand zo goed in vorm is dat hij in staat is de Spartathlon op zijn naam te zetten, maar dat de overwinning hem door een onduidelijke markering en door tegenwerking van de organisatie door de neus wordt geboord. En dat deze loper dan toch nog 75 kilometer doorloopt om dan maar als tweede de voeten van Leonidas te kussen.

Vanavond ervaarde ik weer eens dat ook een simpele, woensdagse baantraining een mentaal spelletje kan zijn.

Voor vertrek van huis doe ik nog snel even de rek- en rompstabiliteitsoefeningen van de fysio. Met dit weer is de kans dat we bij de training iets aan buikspieroefeningen doen nagenoeg nihil, en mijn rug herinnert me er maar wat graag aan dat het belangrijk is om op dit punt niet te verzaken. Als ik om zeven uur de deur uitstap, blijkt het te regenen. Nee! Snel stap ik weer naar binnen. O, wat heb ik hier geen zin in. Even, werkelijk héél even, schiet het door me heen dat ik ook thuis kan blijven, maar nee, zo zijn we niet getrouwd, Schreuder. Ik vervang mijn softshell door een hardshell, en trek er een regenbroek bij aan. Koud is het in elk geval niet, en op de fiets valt het met de regen eigenlijk ook wel mee.

Bij de warming up heb ik al gezien dat ik het programma in mijn eentje zal moeten afwerken. Elise, Sigrid en Wim, met wie ik hoopte samen te kunnen lopen, blinken alle drie uit door afwezigheid. Ik praat bij met Jos, die ik een tijd niet gezien heb, en doe de oefeningen niet al te geconcentreerd. Voor we met de loopscholing beginnen, houdt Thea een praatje over op tijd komen en zo. Ik snap haar punt wel, maar ben ongeduldig. Moet dat nú? Het waait, het regent, het duurt me allemaal te lang. Ook bij de loopscholing. Ik doe plichtmatig mee met de oefeningen, maar ben niet bepaald gemotiveerd. Ik overweeg een paar keer om af te haken en alvast met het programma te beginnen, maar houd vol.

Als we klaar zijn met de loopscholing en Thea gaat vertellen wat het programma is, loop ik vast naar het startpunt. Ik weet wat er op het schema staat, en heb gezien dat ik niet alleen alleen zal moeten lopen, maar dat ik ook vermoedelijk de langzaamste zal zijn die het A-programma doet. En met vijftien 400’jes is het toch al een lang programma – niet die 6000 meter op zich, die is vrij gebruikelijk voor een baantraining, maar in vijftien stukken verdeeld, met telkens 200 meter pauze, is het een beduidend langere training dan een van bijvoorbeeld vijf keer 1200 meter. Alle reden in elk geval voor mij om zo snel mogelijk te willen starten.

Na een rondje ben ik er eigenlijk al klaar mee. Fysiek gaat het niet eens zo slecht, maar ik heb gewoon geen zin. Nu al stoppen, slaat natuurlijk nergens op, dus ik worstel mij door rondje twee en rondje drie. De helft van het rondje wind mee, de andere helft wind tegen. Afwisselend het eerste deel van het rondje tegen of het laatste deel. Van mijn groep zie ik alleen Linda lopen, die een heel ander soort training afwerkt, en het drieman(v/m)schap Marion, Jos en John, maar die lopen 200’jes. Ik voel me niet top, heb last van mijn darmen (het zal eens niet), en vind er geen moer aan. Waar is iedereen trouwens? Ik ben dan wel iets eerder begonnen dan de rest, maar de snelle lopers zouden me toch al lang een keer ingehaald moeten hebben nu? Of zijn die naar huis gegaan of zo? Ben ik soms de enige die hier braaf in de regen d’r 400’jes aan het afleggen is?

De godganse tijd ben ik met mijn central governor in conclaaf. Vijftien klinkt als oneindig. Ik voel mijn kuiten en Henny heeft gezegd dat ik moet stoppen als ik anders ga lopen vanwege de last van mijn kuiten en achillespezen. Ik mág stoppen, misschien is het zelfs verstandig, maar het is niet echt nodig, denk ik te voelen. Maar ik heb vanavond echt geen zin, dat mag toch ook wel eens een keer? Ja, dat mag, maar hoe slap voel je je als je zomaar stopt, om niets? Acht keer moet je toch wel minimaal halen. Of het B-programma, dat zal wel twaalf keer zijn. Pff, twaalf klinkt eigenlijk ook als oneindig, dat weet ik niet hoor, of ik dat wel trek. Nou ja, één rondje in elk geval nog.

Het lijkt alsof ik de afgelopen weken elke keer een beetje ongemotiveerd mijn trainingen afwerk. Ik twijfel zelden of ik zal gaan, maar ik ga vaak alleen omdat het nu eenmaal op het schema staat, en omdat ik ergens wel weet dat ik dit op een ander niveau toch echt wil. Dat deze discipline me goed doet, en dat het ook doodordinair nodig is om straks weer de loopjes te kunnen doen waar ik me zo op verheug. Maar het líjkt ook alleen maar zo. Liep ik niet de afgelopen zondagen heerlijke duurlopen door de duinen? En liep ik afgelopen vrijdag niet zalig door het Wierdense veld, vlakbij mijn ouders, volop genietend van de vrieskou, de zon en het witbevroren veengebied? Wat had ik daar toch naar verlangd!

Maar nu loop ik te zwoegen op de baan. Het regent steeds harder, en ik merk hoe mijn gezicht vertrekt als ik tegen de wind in worstel. Ik weet hoe ik hiervan op andere momenten kan genieten. Hoe levend ik me kan voelen, juist als de omstandigheden wat zwaarder zijn. Vanavond niet. Vanavond ben ik een watje. Tijdens het zesde rondje komt eindelijk het snelle clubje me voorbij. Ik ben toch niet alleen. Even later ook een iets minder snel groepje van drie. De rondjes gaan ze me iets te snel, maar in de pauzes lukt het me om steeds weer bij hen aan te haken, door nét iets eerder met dribbelen te beginnen dan zij doen. Voor deze zelfverklaarde individualist is hun gezelschap deze avond van groot belang om de training te volbrengen en ik klamp mij dan ook aan het drietal vast.

Het gesprek in mijn hoofd is verstomd. Die vijftien rondjes worden gewoon gelopen. Genoten? Welnee.

Dit bericht werd geplaatst in hardlopen. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s