Toen ik mij vorig jaar tot mijn schrik bleek te hebben ingeschreven voor een iets langer loopje in de bergen, waren het nog niet eens de kilometers (te veel) en de hoogtemeters (veel te veel) waar ik me druk om maakte. Nee, ik maakte me vooral zorgen om dat D+ dat op de website vermeld werd. Bij bergtochten had ik mij nooit gewaagd, en zou ik mij ook niet durven wagen, aan tochten die hoger gewaardeerd werden dan PD – peu difficile, terwijl ik me liever nog beperkte tot F – facile. Ik heb te weinig vertrouwen in mijzelf om aan tochten te beginnen die met D gewaardeerd worden, laat staan als er dan ook nog een + achter staat. Hoe zou ik die waardering D+ bij een bergloop moeten interpreteren? Heb ik niet een veel te lastige loop uitgezocht? Maar hoe ervaren in lastig terrein zijn al die andere hardlopers die meedoen dan?
Later leerde ik het berg- en traillopersjargon wat beter kennen en begreep ik dat de D hier niet voor difficile staat, maar voor dénivelée, en dat het plusje aangeeft dat alleen de stijgende meters worden vermeld – er schijnen ook loopjes te zijn waar de stijg- en daalmeters vrolijk bij elkaar worden opgeteld om aan een beetje respectabel aantal te komen. Nog weer later, tijdens het bewuste loopje namelijk, kwam ik erachter dat dat D+ niet eens zozeer het probleem was, maar dat diezelfde meters D- pas echt lastig waren. Mijn arme bovenbenen! En toen had ik nog driekwart te gaan…
Voor komende zomer staat een loopje gepland waarbij het aantal meters D+ nog wat hoger is. Inmiddels weet ik dat ik daar niet te licht over moet denken. Tuurlijk, omhoog zal het veel wandelen worden, zodat het tempo laag zal liggen en ik er lang over zal doen, maar, iets wijzer dan vorig jaar, vrees ik vooral de afdalingen. Gisteren, op een doordeweekse dinsdagochtend, deed ik mijn eerste heuveltraining in Middenduin. Ik moet er even voor op de fiets, wat vervelend is voor een gemakzuchtig loper als ik nu eenmaal ben, maar daar krijg ik dan bos, een zachte en oneffen ondergrond en vooral een mooie heuvel voor terug. Aan een kant steil omhoog (redelijk steil dan hè, we zijn natuurlijk niet in de Alpen), bovenop een glooiend stuk, aan de andere kant een wat langere helling weer naar beneden. Mooi trainingsgebied. Dat vinden ook heel veel andere lopers, zo bleek. Het kon nog weleens druk worden, in de bergen.
Je hebt wel weer wat moois uitgezocht: 8600 meter omhoog?!
Maar goed, daar mag je dan ook wel een aantal kilometers over doen, hihi.
Ik ben benieuwd. Het lijkt me heel leuk… om je verslag na afloop te lezen! 🙂
Herkenbaar dat gemis aan heuvelparcours… ik loop altijd alle op en afritten van dijken, bruggen, geluidswallen etc. om toch zo wat aan die spieren te doen. Alle beetjes helpen volgens mij. Interessant die letters…. ik weet daar helemaal niks van.
Groetjes,
Dorothé