Over vier weken wordt in de omgeving van Chamonix het loopje gelopen waarbij ik vorig jaar aan de start stond. Was ik toen een van de weinige Nederlanders die ‘m liep, en een van de nog iets weiniger Nederlanders die over de finish kwamen, en daarmee ook meteen een van de eerste etc, dit jaar zal er een batterij Nederlanders aan de start staan om u tegen te zeggen. Vorig jaar werd deze 80 kilometer voor het eerst toegevoegd aan het driedaagse gebeuren dat Marathon du Mont Blanc heet, en dat jaar was het feitelijk proefdraaien voor dit jaar, waarin de 80 du Mont Blanc deel uitmaakt van het WK Skyrunning. (Nederland vaardigt naar dat WK een team af van zeven personen. Wat mij opvalt, is dat Pascal van Norden, niet bepaald de langzaamste Nederlandse ultratrailer, de ambitie heeft om ‘met opgeheven hoofd en een big smile’ te finishen. Niks mis met willen winnen hoor – als ik snel zou zijn, zou ik ook willen winnen, sterker: nu ik nu eenmaal behept blijk te zijn met een tekort aan snelle spiervezels, zou ik nog steeds liefst willen winnen – maar dit vind ik toch mooi gezegd…)
Nou ja, ik ben in gedachten relatief veel bezig met vorig jaar, de laatste tijd, dat bedoel ik maar. Dat komt niet alleen doordat wat bekenden het loopje gaan lopen tijdens welk ik zoveel plezier heb gehad (zwaar? afzien? daar lachen we om!), maar ook doordat de vakantie, inclusief bergloopje, voor mezelf er ook weer aan zit te komen en de praktische voorbereidingen op gang komen. Aan het eind van de maand rijd ik naar de omgeving van Aosta om daar, na een paar dagen lezen en domweg genieten van de bergen om me heen, een trektocht van vier dagen te maken met mijn beide zussen en zwagers. Ik ben van plan om dit jaar écht lichtgewicht te gaan, en dat betekent onder andere dat ik onder de wing (de meeste mensen zeggen tarp, maar de mijne is echt een wing) ga liggen, in plaats van in een tent. Ik vind vrij kamperen niet echt eng, zolang er maar anderen in de buurt zijn, maar ik zou heel graag ook in mijn eentje meerdaagse tochten door de bergen willen maken (hardlopend), en op een of andere manier heb ik het idee opgevat dat dit in mijn eentje onder mijn wing slapen daar een heel klein beetje een oefening voor is. Nét iets spannender dan veilig afgeschermd van de boze buitenwereld in mijn tentje, of zoiets.
Na de trektocht heb ik nog een paar dagen om meer te lezen, meer te genieten van de bergen om me heen, en om mijn benen na het wandelen met bepakking weer een klein beetje aan hardlopen te laten wennen. Ik heb al een paar prachtige tochtjes gezien naar wat hooggelegen bivakhutjes… maar waar ik al bang voor was: dát lijkt Henny nou weer niet zo’n goed plan, zo vlak voor De Wedstrijd. Ergens in die week zal ik mij verenigen met Wilbert en Edwin, met wie ik samen aan de start zal staan van de Trail VSB.
Zal ik het weer redden, dit jaar? Met hetzelfde plezier als ik vorig jaar had? Je weet het niet van tevoren, natuurlijk. Wel weet ik dat de trainingen over het algemeen goed gaan. Ik had een poos tot mijn frustratie opnieuw last van bil, heup en hamstring (dank voor alle adviezen – vooral dat ‘geduld’ dat de meest ervaren ultralopers in hun advies noemden, heb ik in mijn oren geknoopt, en probeer ik in de praktijk te brengen), maar dat gaat inmiddels een stuk beter. De fysio-oefeningen heb ik met hernieuwde ijver opgepakt, en ik las op het onvolprezen facebook iets over zitten op een tennisbal, dat hielp ook (au!) – denk ik althans, dat dat hielp. Once again: je weet het niet, je probeert maar wat. Ik maak langere weken dan vorig jaar, maar dat mag ook wel, gezien het feit dat ik er naar verwachting ook ongeveer anderhalf keer zo lang over ga doen als toen. Ik ga ervan uit dat ik ongeveer 30 uur nodig zal hebben. Langer mag (maximaal 36 uur), korter mag ook, maar is niet speciaal het streven. Vorig jaar deed ik er een paar uur langer over dan ik van tevoren had verwacht, maar was ik toch dik en dik tevreden, omdat het goed was gegaan, en ik had gelopen voor wat ik waard was. En óf ik daar met opgeheven hoofd en een grote glimlach over de finish ging. Zo hoop ik het dit jaar weer te ervaren.
Tijdens de laatste paar duurlopen heb ik me echter wel gerealiseerd dat het ook weer niet vanzelfsprekend is dat het tijdens een wedstrijd altijd voorspoedig verloopt. Een paar weken geleden had ik het gewoon retezwaar en kwam ik niet vooruit. Nou ja, dat heb je soms. Maar afgelopen zondag, toen ik nogmaals het rondje Haarlem liep, ging het best aardig, althans tijdens de eerste 20 kilometer, en tóch vroeg ik me meerdere keren af waarom ik dit toch in vredesnaam wil, zulke einden lopen. En dan ging het nu nog maar om een lousy 50 kilometer, en wil ik liefst het tweevoudige, drievoudige, en allerliefst het 6,6-voudige ervan gaan doen. Waarom? Geen flauw idee werkelijk! En zo bleek een van de weinige zekerheden die het leven te bieden heeft, namelijk dat lang lopen Heel Erg Leuk is, zomaar opeens óók al aan twijfel onderhevig te zijn.
Wat staat er de komende tijd nog op het programma? Zondag een relatief korte heuveltraining in de duinen. Volgende week iets lang-langs. Daarna nog iets leuks en gezelligs met bepakking, als het goed is. Misschien ergens nog een keer de UHT. En om mijn wedstrijdhonger te stillen, ga ik 15 juni (voor het eerst) aan de Letterenloop meedoen (10km), en de 20e aan de Midzomernachtcross in het Amsterdamse Bos (16,1km). Heerlijk vooruitzicht, maar ook een beetje eng om opeens ‘wedstrijdtempo’ in het schema te zien staan. Kan ik dat eigenlijk wel, hardlopen?
Hi Jacolien,
Je verhaal over vorig jaar heb ik opgezocht en gelezen want ik volgde je toen nog niet. Dat zijn memorabele prestaties. Fijn dat het met die hamstring beter gaat. Ik snap wel dat het je bezig houdt zo’n tocht.Je moet toch van goede loophuize kunnen om dat te kunnen. Er zijn velen die het proberen en wel zien waar de benen stranden maar volgens mij doe je het allemaal goed voorbereid en verantwoord. En ik proef ook de liefde voor de bergen in je verhaal. Het is al lang geleden dat ik in Aosta wandelde, maar vergeten doe je het niet. Ik ben benieuwd naar je volgende avonturen, maar ook naar je wedstrijdbelevenissen. Goede loopjes gewenst in wat voor tempo dan ook!
Groetjes,
Dorothé
Ha Dorothé, dank je wel, lief van je. Gek hè, met zulke wedstrijdjes, dat je dan toch het idee hebt dat je op z’n minst ongeveer even snel moet lopen als je eerder was op die afstanden – terwijl het natuurlijk nauwelijks van enig belang is…
En de bergen? Nee, die vergeet je je leven niet. Daar ga ik zeer zeker weer van genieten.