Tweede debuut

Kun je twee keer je debuut op dezelfde afstand maken? Ik wel. Officieel maakte ik afgelopen zomer m’n debuut op de 100 kilometer tijdens een rondje door de bergen, maar terwijl ik me voorbereid op Limburgs Zwaarste, weet ik dat ik gewoon weer voor het eerst 100 kilometer ga lopen. Ik ervaar het als een heel andere discipline, al gebruik ik er geen andere benaming voor. Limburgs Zwaarste is het doel der doelen voor dit voorjaar. Al het andere (op loopgebied dan, want ik doe ook nog weleens iets anders dan lopen) stond in dienst van deze ene wedstrijd. Binnen de 14 uur uitlopen, is het doel, maar eigenlijk hoop ik dat het nog wat sneller kan.

Op vrijdag laat ik eerst mijn creditcard wapperen bij Scarabee. Maar liefst twee paar nieuwe trailschoenen koop ik, lekker onverantwoord. Daarna rij ik door naar Wijlre, waar ik op De Gele Anemoon neerstrijk, een beetje apart van de wielrenners in hun caravans en campers. Onze route blijkt langs de camping te komen – de gastvrouw laat me de bekende markeringsbordjes met een pijltje en twee voetjes zien. Men vindt het razend interessant; dat veel kampeergasten morgen een flink eind gaan fietsen, daar kijkt niemand van op, maar dat er ook een hardloopwedstrijd over 100 kilometer bestaat, en dat een van de kampeerders daar zelfs aan mee gaat doen, dat is andere koek.

Dat ik waardeloos slaap, heeft niet met de kou te maken, mijn slaapzak is behaaglijk dik. Ik maak me zorgen over van alles en nog wat. Totaal overbodig natuurlijk. Na het opstaan, gaat het allemaal soepel en efficiënt. De thee die ik ’s avonds al gezet heb, is nog goed warm, de boterhammen zijn gesmeerd, de rugzak staat klaar. Alleen dat het nodig zou zijn om de autoruiten te krabben, had ik niet voorzien. Gelukkig start de motor deze keer zonder problemen, dat is de laatste tijd weleens anders. Ook het rijden gaat goed, al zijn de donkere smalle weggetjes op de vroege ochtend enigszins spannend voor deze zenuwpees. Gelukkig is de ontvangst door Willem en Annemarie in de sportkantine dan weer veilig en vertrouwd hartelijk.

Iets na zessen stuurt Willem ons het bos in. Ik heb m’n lampje op m’n hoofd, maar het is eigenlijk niet nodig. Even doe ik het aan, voor de zekerheid, maar zodra we het bos uitlopen, doe ik het af en stop ik het weg. Rustig aan, is het devies. Ik ga ervan uit dat ik het in het begin zwaar zal hebben, en dat rustig aan me geen enkele moeite zal kosten. Mijn benen voelen echter goed, en misschien begin ik daardoor te snel, al voelt het rustig. Ik maak kennis met Wilma Vissers, met wie ik een eind op loop. Zij woont zo’n beetje in Zwitserland, en gaat over een paar maanden lopend van Nederland naar Zwitserland. Kijk, dat zijn de betere plannen.

Na de tweede verzorgingspost, op een kilometer of 24, is het over met de soepele benen. Opeens heb ik behoorlijk last van mijn rechterheup, en krijg ik met enige regelmaat een pijnscheut vanuit die heup naar m’n been, zodat ik erdoorheen lijk te zullen zakken. Deze pijn ken ik van anderhalf jaar geleden, en ik merkte de laatste weken al dat ie terug was, al hoopte ik dat de taperperiode wonderen zou hebben verricht. Ik begin me wat zorgen te maken over de rest van de dag. Ook beginnen er opeens allerlei mensen me in te halen, mensen die ik in het begin van de wedstrijd helemaal niet gezien heb. Ik realiseer me dat ik kennelijk niet zo ver achteraan ben gestart als ik van plan was. Dat, gecombineerd met het feit dat het niet meer zo lekker gaat, maakt dan weer dat ik een beetje boos op mezelf ben. Een beetje, ook weer niet al te erg. Ik was van plan vandaag als wedstrijd te lopen, maar ik heb niet de moed om de strijd met mezelf aan te gaan. Het is zo al zwaar genoeg, en ik mag blij zijn als ik vandaag 100 kilometer loop.

Als ik er dan geen wedstrijd van maak, dan zou het mooi zijn als ik er een genotsloopje van zou kunnen maken. De omstandigheden zijn er ideaal voor. Het weer is prachtig, de omgeving idem dito, het stijgen wordt afgewisseld met dalen, het dalen met stijgen. De mensen onderweg en bij de posten, ach, moet ik het nu nóg een keer zeggen? Zo enorm aardig, iedereen. De stukken vlaai zijn verrukkelijk, en de vanillevla glijdt zo lekker naar binnen. Inmiddels loopt Esther al tijdenlang bij me in de buurt, lopen we soms samen, soms ook niet, maar dan vinden we elkaar wel weer bij een post terug. Het is aangenaam. De twee vrienden die me keer op keer achterop komen lopen – waar ze elke keer vandaan komen, is me een raadsel – en die dan tegen elkaar zeggen: “Kijk, nou lopen we alwéér achter die mevrouw.” Bij de post op 70 kilometer splitsen hun wegen zich, en degene die de lus voor de 100 ingaat, wil graag even tegen Esther en mij zeggen dat hij veel bewondering voor ons heeft. Met de Vlaamse jongeman die we tijdens de laatste 30 kilometer regelmatig tegen het lijf lopen, grappen we wat. Niet al te veel, daarvoor zijn we te moe en doet het lijf te veel pijn, maar de sfeer is goed.

Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een genotsloopje dus. Toch is het dat niet. Daarvoor sta ik te veel op standje overleven. Na 60 kilometer wil ik eigenlijk alleen nog maar wandelen. Wandelen voelt goed, comfortabel, dat kan ik nog uren volhouden. Maar wandelen duurt te lang, hardlopen moet ik, hardlopen zal ik, en zelfs hardlopend zal ik het nog uren móeten volhouden. Ondanks de pijn in de bovenbenen dus elke keer weer een dribbelpas inzetten, ook op de momenten waarop je alles wilt behalve dat – en dat is eigenlijk de hele tijd. Voor de betere mentale training lopen we na ruim 90 kilometer nog een kilometertje fout. Niet goed opgelet, de markering wijst luid en duidelijk naar rechts, maar wij lopen rechtdoor. Het laatste stuk is nog wat afzien omdat Willem de route voor de lopers van de 100 heeft afgestemd op de laatste lopers, die in het donker finishen, en dit deel daardoor over wat minder fraaie asfaltwegen gaat. Op het allerlaatst dan nog weer even een stukje verrassend onverhard. Esther en ik in elkaars kielzog, en vervolgens zij aan zij naar de kantine, waar de finish gemarkeerd wordt door een zoen van Willem. We hebben 13 uur en 48 minuten buiten mogen spelen, en ons doel is bereikt.

Anderhalf uur later stap ik in de auto op weg naar mijn tentje en die dikke slaapzak. Op een van de donkere smalle weggetjes kom ik een groepje lopers met hoofdlampen tegen. Wandelend. Zij moeten nog een paar kilometer. Ik benijd hen niet. Ik ben blij dat ik zonder problemen aankom op de camping, en parkeer mijn auto schots en scheef op twee parkeerplaatsen – dat zie ik de volgende dag pas. Van tevoren had ik visioenen van na afloop nog lekker even bij de tent zitten, ik heb er een olielamp voor meegenomen, beetje wijn drinken, borrelnootjes snaaien, maar het is freezing koud, en ik vind het al heel wat dat ik de energie nog op kan brengen om mijn toilettas te pakken om mijn tanden te gaan poetsen. In het toiletgebouw een wildvreemde mevrouw die me vraagt hoe het gegaan is. De hele camping lijkt op de hoogte. De nacht is onhandig. Ik moet er een aantal keren uit om te plassen, en zowel overeind komen als weer gaan zitten of liggen, zijn behoorlijk dramatisch. Echt weer goed bedacht van me, om te gaan kamperen.

’s Morgens zorg ik dat ik alles, maar dan ook echt álles om me heen heb verzameld voor ontbijt tot en met koffie, voor ik ter aarde stort op mijn laag-bij-de-grondse stoeltje. Het is nog koud, maar de wollen onderbroek en donsjas doen hun werk. De vogels zingen erop los, terwijl wat later de kerkklokken inzetten. Toch best een goed idee, kamperen.

Dit bericht werd geplaatst in hardlopen, kamperen. Bookmark de permalink .

10 reacties op Tweede debuut

  1. Adriaan zegt:

    wat ben ik blij dat ik mijn hardloop helden zo goed weet uit te zoeken … ooit misschien heel ooit gaat het mij ook lukken

  2. Esther zegt:

    Haha… Feestje om te lezen! Zoals het ook een feestje was om met/achter/naast (en héél even voor) jou te lopen! (Dat ‘héél even’ bleek lang genoeg voor die extra km.. 😊).
    Dankje Jacolien!
    Volgende x blijf ik kamperen!

    • jacolien1965 zegt:

      Gezellig!
      Ennuh, zonder jou vlak achter me, zou ik waarschijnlijk meer dan die ene kilometer extra in de benen gekregen hebben – hoe vaak heb je me ook alweer teruggefloten als ik het verkeerde pad op dreigde te gaan?

  3. Linda zegt:

    Idd held!! Jeetje wat een tocht en wat heb je t mega goed gedaan, zelfs binnen de 14 uur!
    Gefeliciteerd kanjer 👍💐🏆🍷

  4. djaktief zegt:

    Onvoorstelbaar ver … proficiat…. mooi om te lezen

  5. Hans Vreeburg zegt:

    Hoi Jacoline,

    Weer een leuk verhaal en wat een mooie prestatie!! 100 km…… een mooi stukje om te fietsen maar rennend door Limburg whow!!!!

  6. Ada zegt:

    Ha Jac, weer heerlijk om te lezen en onbegrijpelijk die afstand die je hardlopend aflegt. Geen wedstrijd maar n super prestatie! Ben trots op je.

  7. Salü Jacolien, per toeval en met een groooote omweg :-D, kwam ik bij jouw verhalen terecht. Natuurlijk even terug gezocht naar Limburgs Zwaarste, waar we verschillende km’s in elkaars gezelschap liepen. Je schrijft leuk, hoor!
    De looptocht van NL naar CH is naar volle tevredenheid verlopen. Als we elkaar ergens lopend treffen, zullen we het er nog eens over hebben…
    Uf wiederluegä, Wilma V.

    • jacolien1965 zegt:

      Hee Wilma, dank je wel – leuk dat je me gevonden hebt en dat je reageert. Ja, sommige mensen hebben daar een talent voor, voor het maken van omwegen 😉 Meestal komen ze weer uit bij het punt van vertrek.
      Mooi dat je tocht NL-CH goed verlopen is. Leuk om er meer over te horen, en natuurlijk treffen we elkaar weer ergens een keer bij een loopje.
      Spreek je, groet,
      Jacolien

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s