Afgelopen zomer was het weer eens zo ver: terwijl ik rustig van mijn vakantie aan het genieten was, overviel me het gevoel dat alles anders moet in mijn dagelijkse leven. Met uitroepteken nog wel. Nou ja, dat kenden we al, story of my life. Waarschijnlijk verander ik na de vakantie toch weer niks, en vind ik het dan tot op zekere hoogte ook wel weer best zoals het is, dus laat ik het gevoel niet al te serieus nemen. Maar laat ik het ook niet helemaal negeren, want misschien is de tijd nu rijp om wél iets te veranderen.
Ik ben niet iemand die goed weet wat ze wil. En áls ik dan iets denk te willen, bejegen ik mijn motieven met wantrouwen – zijn ze wel zuiver? Met het onderzoek van mijn motieven kan lange tijd gemoeid zijn, vaak zonder dat ik tot een duidelijke conclusie kom. Ik kan soms jaren heen en weer geslingerd worden tussen ‘ik ga dat en dat doen’ en ‘ja maar.’ Ik spits het even toe op het wonen, want over het terrein waarop ik écht iets zou moeten veranderen, het werken, wil ik het nu niet hebben.
Ruim 20 jaar geleden ben ik vanuit Dieren verhuisd naar de Randstad. Hoewel ik nog best weet waarom ik daar, in de gegeven situatie, destijds voor gekozen heb, en ik mijzelf die keuze niet kwalijk neem, hoewel Haarlem een fijne stad is, waar ik het goed naar mijn zin heb, hoewel ik een lekker huis heb, een relatief ruime tuin en prettige buren bovendien, heb ik altijd een vaag gevoel van spijt gehouden van die verhuizing van de Veluwezoom naar het westen. It’s no use crying over spilt milk, dus niet te serieus nemen, dat vage gevoel, maar er ondertussen wel met een half oog naar blijven kijken. Verdwijnen doet het niet, dus misschien is het slim als ik er iets mee doe. De stap om mijn huis te verkopen en uit Haarlem te vertrekken, is te groot voor me. Maar de behoefte aan een plek in de natuur laat zich weliswaar onderzoeken, maar niet wegredeneren. Een recreatiehuisje is een compromis tussen angst en wens. Jaren doe ik erover om de wens de overhand te laten nemen op de angst. Soms was de wens weliswaar groot, maar meestal viel dan het aanbod tegen. Vorig jaar vond ik eindelijk iets dat voor een belangrijk deel aan mijn wensen tegemoetkwam. Weer moest ik uitgebreid mijn motieven onder de loep nemen: verwacht ik nou niet stiekem toch dat omstandigheden buiten mijzelf me gelukkig kunnen maken? Ik weet toch allang dat dat onmogelijk is?
De kachel brandt. Ik mijmer wat en kijk naar buiten. De merels die rondscharrelen, zag ik gisteren ook, maar vandaag worden ze vergezeld door allerlei fladderend grut. De meesjes en de boomklevers hebben eindelijk de vetbol ontdekt die er al een paar dagen hangt. Het roodborstje komt weer eens een kijkje nemen, en hé, is dat nou een mus? Díe heb ik lang niet gezien! Het mooiste vind ik het winterkoninkje met z’n opstaande staartje, dat zoals altijd verrassend dicht bij het huisje komt. Wat vindt ie daar toch? Dan zit er opeens een eekhoorn, juist onder de boom waarin de vetbol hangt. Zou hij het doorhebben? Kennelijk niet, want hij rent naar een andere boom waarin hij omhoog gaat. Ik zie hem nog een sprongetje maken naar een volgende boom, maar verlies ‘m dan uit het oog. Het grut gaat onverstoorbaar door met fladderen en scharrelen.
Natuurlijk kleven er, voor mij althans, ook nadelen aan zo’n tweede huisje. Ik ben nooit goed geweest in het verdelen van mijn aandacht, en ook ben ik nooit een hartstochtelijk klusser geweest, en nu heb ik maar liefst twéé plekken waar van alles moet gebeuren of in elkaar dreigt te storten. Zorgen, zorgen, zorgen. Toch heb ik nog geen moment spijt gehad van m’n aanschaf. Geluk komt dan misschien niet van buiten mezelf, maar ik vind het in de praktijk toch echt makkelijker om me bewust te zijn van het geluk in mijzelf wanneer ik in de natuur ben dan wanneer ik in de stad, tussen de huizen en de auto’s, zit.
Ik merk regelmatig dat ik ernaar verlang om daar, in mijn huisje in het bos, te gaan wonen. Daar kleven onnoemelijk veel nadelen aan, waarvan een van de belangrijkste misschien wel is, dat het, wanneer ik daar wóón, niet langer de paradijselijke status heeft die het nu heeft. Zoals gebruikelijk probeer ik mijn motieven te analyseren. De ‘ja, ik wil’-stem die in me leeft, wordt bestookt met vele varianten van de vraag in hoeverre daar gaan wonen een vlucht is. De ‘nee, ik laat de situatie maar zoals die is’-stem krijgt in eindeloze herhaling de vraag voorgelegd of hij niet door angst ingegeven is.
Ik overhaast niks. Maar ik hoop dat ik het aandurf ooit de stap te zetten.
Wat let je om eens een maand vanuit je landelijke stulpje te werken? Lijkt me een goede test?
Wel mooi om te lezen als het niet over jezelf gaat dat geworstel.
Groetjes,
Dorothé
Hai Jacolien,
Is jouw verhaal niet herkenbaar voor veel mensen? Het hele leven bestaat toch uit keuzes maken. Achteraf weet je toch pas of het een goede keuze was! Als je niks kiest blijf je je leven lang twijfelen en afvragen als….. Ik ga er nu niet diep op in op een open reactie, maar volg je hart en gooi al je materiele (schijnveiligheid) overboord. Sterkte ermee en tot ziens ergens. Bennie
Hee Bennie,
Om met het laatste te beginnen: waar was je nou tijdens Berg en Dal? Of was je helemaal niet van plan daar te gaan lopen en had Annemarie jouw naam, net als de mijne, al op de lijst gezet zonder dat je je had aangemeld?
Zeker denk ik dat meer mensen regelmatig bedenken dat ze hun leven willen veranderen, maar ik denk niet dat het per se beter is om daar wél dan om daar níet gevolg aan te geven. Ik denk serieus dat die wens om te veranderen voor een belangrijk deel voort kan komen uit vluchtgevoelens, in de hoop dat het gras elders eeuwig groen en sappig blijft, zoals ik ook denk dat de neiging om geen knopen door te hakken voort kan komen uit angst (inderdaad: denken dat het veiliger is om te blijven zitten waar je zit en je niet te verroeren). Ongeveer zoals ik beschrijf, dus.
Wat keuzes maken betreft: ik begrijp je aansporing volkomen, dank daarvoor. En waarschijnlijk heb je gelijk, maar om eerlijk te zijn, heb ik wel vrede met het proces zoals zich dat afspeelt. Voor mij is het een kwestie van mijn ogen niet sluiten voor de bewegingen die ik bemerk, en die me soms verschillende kanten op lijken te trekken. Er komt vanzelf een beslissing. Of niet. En dan is dát kennelijk de beslissing. Wat dat hart wil, is niet zo eenduidig.
Ik ga vrolijk verder.
Groet en ik zie je weer. Ergens, een keer, inderdaad.
Jacolien
Hai Jacolien,
Annemarie was inderdaad al zo vrij om mij op de lijst te zetten.
Als ik je weer eens ergens zie, en de gelegenheid is ervoor, wil ik het er nog wel eens over hebben. Moet je niet te hard gaan lopen….
Bennie
Maar als je zou vluchten, weet je dat toch van jezelf? Net zoals niet mogen vluchten. Dezelfde medaille, alleen de andere kant. Of zie ik het verkeerd?
Hee Marjanneke,
Eh, ja, alleen nu begrijp ik niet helemaal waarin of waarom dat strijdig zou zijn met wat ik schrijf…
Volgens mij beschrijf ik een proces. Ik vind het zelf grappig om te zien wat er zich allemaal in mij afspeelt rond zo’n ‘keuze,’ hoe ik heen en weer geslingerd kan worden tussen twee opties, en hoe ik al mijn beweegredenen kennelijk denk te moeten onderzoeken, terwijl ik weet dat ik uiteindelijk gewoon iets doe, en dat is het dan. Nou ja, als ik blijf zitten waar ik zit, kan ik nog héél lang doorgaan met denken dat ik eigenlijk liever, enzovoorts, enzovoorts…
Nou ja, én – maar dit is volgens mij helemaal geen antwoord meer op je vraag: stiekem denk ik wel te weten wat ik het liefst zou willen, en maakt dat eventuele vluchten me geen donder uit, maar ben ik doodsbang om de stap daadwerkelijk te zetten. Maar die angst probeer ik mezelf dan weer niet kwalijk te nemen. Dat is ongetwijfeld ook gewoon 1 van de 108. Het komt wel, alles op z’n tijd.
Nou ja, je ziet wel: het is een grote warboel. En tegelijk ook weer helemaal niet. Ik ervaar het zelf absoluut niet als een probleem (en zelfs niet als geworstel, om indirect ook nog Dorothé te antwoorden). Kijk ernaar en ik zie wel wat er gebeurt. (Al ben ik daar soms wat relaxter onder dan anders, uiteraard. Maar zo gaat dat nu eenmaal met het poppetje.)
liefs, j
Hoi Jacolien, Wat een leuk verhaal, zo herkenbaar en eerlijk.
Dank daarvoor.
Dank voor je reactie, Grietje – van bij de boekpresentatie van Jolanda Linschooten, toch? Ik hoop dat het goed met je gaat!