Soms zou ik willen dat iemand mij elke week een opdracht zou geven. Een onderwerp zou aandragen, waarover ik dan een stukje moet schrijven, dat ik hier diezelfde week nog publiceer. Het is niet zo dat ik niets kan verzinnen om over te schrijven, maar de meeste onderwerpen die ik bedenk, verwerp ik weer net zo makkelijk. Of ik begin soms wel met schrijven, maar het wordt te houterig, en soms te academisch. Dan stop ik maar weer. Heel soms pak ik het onderwerp dan later nog op, en lukt het dan wél. Veel vaker doe ik niks, behalve dan columns, artikelen, essays uit de krant knippen, die iets bevatten waarbij ik denk aan te kunnen haken. Die krantenknipsels stapelen zich op, en belanden na een poosje vaak alsnog bij het oud papier. Of ze belanden in een mapje waar ik ook niet echt iets mee doe. Vet irritant kan het trouwens zijn, dat het een ander wél lukt om een goed leesbare en persoonlijke column te schrijven over nota bene míjn onderwerp. Waarom lukt mij dat niet?
Ik weet het, het is niet verplicht om hier regelmatig iets te posten. Als ik niet wil, hoeft het niet. Maar het is die rare combinatie van juist heel graag willen en me er slecht toe kunnen zetten. Heeft iets te maken met die uitgestelde beloning. Vergelijk het met de papers die ik moest schrijven tijdens de studie. Natúúrlijk vond ik dat een ramp om te doen. Natúúrlijk greep ik elke vorm van afleiding dankbaar aan – en het was nog in de dagen van het onvolprezen facebook, dus afleiding te over. Maar desondanks leverde ik altijd op tijd mijn stuk in, en als het dan klaar was (én als goed genoeg beoordeeld door de docent, moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen), was de voldoening groot. Zo groot als misschien wel geen enkele andere activiteit mij voldoening kan schenken. Ego? De behoefte mezelf te bewijzen? Dat speelt vast een rol. Maar het heeft ook te maken met de behoefte mezelf uit te drukken in de wereld (of is dat hetzelfde?). Er zijn niet zoveel terreinen waarop ik het gevoel heb dat me dat lukt. Met boekhouden lukt het in elk geval niet echt…
Beginnen met een hardloopwedstrijdje is niet zo moeilijk. Meestal heb je je van tevoren al ingeschreven, je zorgt dat je op tijd op de startlocatie bent, begroet de nodige bekenden, speldt je startnummer op, iemand telt de tijd af, je schuifelt in de meute naar de startlijn en je begint hard te lopen. Of iets minder hard, afhankelijk van je ambities. Zo ging het ook afgelopen zaterdag bij de Vechtdaltrail in Ommen. Ik verwachtte Edwin daar te ontmoeten, maar die schitterde wegens een hardnekkige keelontsteking door afwezigheid. Wel ontmoette ik een paar anderen, die ik stuk voor stuk veel te lang niet gezien had. Mede-Haarlemmer Martine liep de 44 kilometer, en finishte daar mooi als tweede vrouw. Karien ging voor de 28 kilometer, en won deze afstand bij de vrouwen – maar dat kwam alleen maar doordat ze noodgedwongen bij een groepje bleef, omdat ze in haar eentje de linten niet kon volgen. Dat mensen niet denken dat het haar schuld was, dat ze zo hard liep, bedoel ik maar. Paula liep, net als ik, de 17 kilometer, en tot mijn plezier schoof ook Adriaan aan voor deze afstand. Die liet zich bovendien uitdagen om het loopje binnen 2 uur te finishen, blijkt achteraf.
Over de loop kan ik verder kort zijn: goede organisatie, heerlijke omgeving, mooie, smalle paadjes, te verwaarlozen aantal hoogtemeters op de korte afstand. Geen zware trail dus, maar dat kwam mij niet slecht uit. Ik liep lekker, ondanks een gevoelige hamstring. Niet te hard van stapel, maar ook niet al te langzaam. Heel tevreden met het resultaat. Voor herhaling vatbaar, deze – en dan volgende keer hopelijk gewoon de lange afstand.
(foto: Hans Spieker)
Nu ik eenmaal begonnen ben te schrijven, is er meer te zeggen. Deze tekst is echter al te lang. Stoppen is ook een kunst.
Jammer dat ik je niet gezien heb daar, ik zag je naam in de uitslagen staan. Mooi dat jij ook genoten hebt.
De kunst van het weglaten beheers ik ook nog niet voldoende. Een uitgebreid verslag volgt nog… als ik de tijd vind. 😉
Ha Elsa, natuurlijk vind je daar de tijd voor – trouwe schrijver als jij bent!
Ik heb je van een afstandje nog gespot in het startvak – Anke stond naast me, en zij wist waar je zo’n beetje stond – maar had je van tevoren inderdaad gemist. En ik liep bij nader inzien dus een andere afstand dan jij…
Hai Jacolien,
Wat je iedere keer voor mij althans wel lukt is een leuk en vaak herkenbaar stukje te schrijven. Mooi dat je weer genoten hebt.
Vr. groeten,
Bennie
Dank, en: ja, was leuk en lekker lopen daar.
Wel eens van ‘kaizen’ gehoord? Zo begin ik aan diverse klussen tegenwoordig. Bij lopen heb ik de contactsleutel wel maar bij veel andere dingen niet.
Verder eet ik tegenwoordig veel kikkers ‘eat a frog’ en als die op zijn gaan andere dingen ook ineens.
Toch een goed blog hoor, groetjes,
Dorothé
Nee, had ik niet van gehoord. Even snel gegoogled – eat a frog doe ik volgens mij uit mezelf al vaak (soms ook juist niet, werk ik juist eerst een rijtje ‘makkelijke dingen’ weg om moed te vatten voor de kikkers). Van kaizen is me nog niet echt duidelijk, wat dat inhoudt. Nogal abstracte omschrijvingen die ik zie.
Voorlopig rommel ik vrolijk verder. Soms wat minder vrolijk, maar ach, dat kan ik hebben.
Een van de recente blogs van ‘so chicken’ gaat erover. Het gaat om ministapjes zetten om verbetering te bereiken. Op telefoon kan ik geen links delen dus googelen ze even samen