Het laatste stuk voor ik bij het Herikhuizerveld (zeg maar de Posbank) kom, is het zwaarste deel van dit rondje. Het pad gaat hier steil omhoog, en met de sneeuw van vorige week lukte het me niet hier te blijven hardlopen. Ook op andere momenten komt het voor dat mijn benen zo slecht zijn, dat ik niet anders dan wandelend omhoog kom. Vandaag blijf ik hardlopen. Nou ja, dribbelen dan. Ik denk terug aan Middenduin, waar ik regelmatig een intervaltraining afwerkte – op basis van de schema’s van eerst Henny, en later Laurens. Gefocust op mijn hartslag – die moest hoog genoeg zijn – en in mijn hoofd het rijtje minuten inspanning-rust repeterend – in de schema’s van Laurens soms geen sinecure, omdat elke logica aan dat rijtje leek te ontbreken. Kapot ging ik er, steevast kapot.
Vandaag zijn mijn benen dus goed genoeg om te blijven dribbelen, maar het is niet zo dat ik de spirit heb om een beetje meer tempo te maken, zo’n hellinkje op. Zoals ik ‘vroegah’ in Middenduin wél deed. Het lijkt erop dat ik daarvoor toch echt een schema nodig heb, en een trainer aan wie ik verantwoording moet afleggen – ook al zit dat laatste alleen in mijn hoofd. Ik ben bang voor de pijn die sneller lopen doet. Ik ben al maanden bezig ‘het lopen weer op te pakken,’ en zolang dat zo is, mag ik van mezelf een beetje sloom voor me uit blijven lopen. Ik zoek de pijn niet op. Zoals gezegd: ik ben er een beetje bang voor. Zelfs tot de minuutjes versnellen tijdens de lange duurlopen kan ik me niet zetten, terwijl die nou ook weer niet zó vreselijk inspannend zijn. Tijdens het nieuwjaarsloopje met vrienden haak ik halverwege af, hoewel die eerste helft eigenlijk helemaal niet zo slecht gaat. Maar ik ben simpelweg te bang dat dat om zal slaan in de tweede helft, en dat het dan zwoegen wordt.
Het gekke is dat ik juist de mooiste herinneringen koester aan alles wat ik gedaan heb wat fysiek serieus zwaar voor me was, en in dat opzicht pijn deed. No pain, no gain. Nooit voel je je zo levend als wanneer je je inspant en het zwaar hebt. Vechten met jezelf en met de elementen. Oké, die pijn op zichzelf is misschien niet per se een genoegen, maar de beloning is vrijwel altijd groot. Ik kan zo verlangen naar juist dat diepgaan, dat gevoel van ten volle te leven. Hoe doen mensen dat die niet sporten, vraag ik me af. Zouden die dat gevoel ook kennen? Zeker, lekker ontspannen in de sauna of op het strand is ook heerlijk, maar dat kan toch nooit zo bevredigend zijn als knettermoe worden in de buitenlucht.
Een deel van mij verlangt niet alleen naar diepgaan in sportactiviteiten, maar ook naar een spartaans leven over all. Waar heb je al die luxe voor nodig? Het lijkt me zo bevredigend om het leven terug te brengen tot z’n pure eenvoud. Maar ondertussen heb ik toch weer een ‘echt’ en (voor mij) best groot huis gekocht, in plaats van me te vestigen in mijn boshuisje, douche ik me warm terwijl dat ook best koud kan, ben ik blij dat de cv het doet, en koop ik toch maar weer een andere auto, nu mijn vorige de geest gegeven heeft. Allemaal niet per se nodig, maar comfort en gemak trekken dus óók, en kennelijk nog net wat harder dan het verlangen naar dat spartaanse. Hoe jammer ik dat ook kan vinden. Hoe teleurstellend ook een beetje, van mezelf. Slappe hap, zegt mijn strenge ik.
Het mag allemaal. De uitkomst is natuurlijk weer (saai!) dat het én én kan en mag, en niet óf óf hoeft te zijn. Het juiste midden van good old Aristoteles. Ik kan alleen maar hopen dat ik die meer spartaanse kant, de kant van de inspanning, de kant van de discipline, waarbij de beloning vaak pas achteraf komt, dat ik die kant nooit helemaal kwijtraak. En dat het niet lang meer zal duren voor ik de pijn tijdens de hardlooptrainingen weer durf op te zoeken. Voor ik van vadsigheid niet meer van de bank kan komen.
Ik voel dat dit neerschrijven ook eigenlijk pijn kost. Het mag er zijn. Net als de rest.
O, wekt het die indruk? Ik geloof eigenlijk dat dat wel meevalt, al mis ik het ‘echte’ lopen wel een beetje. Maar heel slecht gaat het ook weer niet hoor… Maar dank je.
Ik denk dat iedereen liever schrijft over geslaagde loopjes, PR’s etc. dan over blessures en de meestal lange weg naar wederopbouw
Is de erkenning van je ‘slappe’ zelf en het verlangen naar het spartaanse niet een eerste stap in de jouw gewenste richting? Nu jezelf nog een schop onder je kont geven om tot uitvoering over te gaan! En anders is het verlangen nog niet groot genoeg 😉
Ha, nou, dat eerste betwijfel ik. Misschien wel, maar die wat minder stoere kant van mezelf ken ik al heul vreselijk lang – en ik ben ook niet te beroerd om ‘m te erkennen. Dat verlangen blijven voelen, helpt wél, denk ik. Maar ik ben bang dat je met je laatste opmerking de spijker op de kop slaat ;). Geen nood, komt vanzelf weer. Of niet.
Ik herken wel wat! Ik ben dan weliswaar actief in de ultraloperij, maar door braaf te trainen en bepaalde tempo’s en afstanden categorisch te mijden, probeer ik het grote afzien en pijnlijden te omzeilen. Lukt aardig over het algemeen! 🙂
Een verstandig mens ben jij!
Een verstandige ultraloper: in de ogen van velen is dat toch een soort contradictio in terminis! 🙂
Hai Jacolien,
De mensen die vrijwillig kiezen voor de ultieme (spartaanse) vrijheid zijn denk ik gelukkiger dan de grote massa met alle verplichtingen om “het plaatje” in stand te houden voor de buitenwereld.
Trouwens ik heb vandaag de Blaauwbekmarathon gelopen in het mooie Groningse Oldambt.
Vr. groeten,
Bennie
O ja, de Blaauwbekmarathon. Ik verwachtte al wel dat je die zou lopen, had alleen niet op m’n netvlies dat die vandaag was. Nattige editie waarschijnlijk. Dit jaar voor het laatst georganiseerd, toch?