Ongemak: opzoeken of vermijden?

Ik schaam me haast een beetje dat ik eerder zat te miepen over het gravel van de atletiekbaan in Dieren, over hoe zwaar het lopen op gravel wel niet is, vergeleken met tartan. Ik bekeek op youtube hoe een Deense jongeman zich voorbereidt op een ironman op Antarctica, en hoe hij die uiteindelijk ook voltooit. Ik weet niet hoe lang zwemmen in gruwelijk koud water, fietsen in de sneeuw – vallen, opstaan, vallen, weer opstaan, weer vallen, ad infinitum, alleen komt aan dat oneindige in dit geval na tweehonderd kilometer dan tóch een einde –, en daarna nog een marathonnetje hardlopen in diezelfde sneeuw – rondjes, want anders veel te gevaarlijk. Behoorlijk indrukwekkend, deze mate van afzien. In de periode van voorbereiding is hij een poos op zoek naar een sponsor. Als hij die niet vindt, sluit hij een lening af om de operatie zelf te bekostigen, want het niet door laten gaan is geen optie. Dan meldt zich alsnog een sponsor – de mensen van een organisatie met de naam Yes Theory, eigenaar van het merk Seek Discomfort (hoe die verhouding precies zit, weet ik niet en is ook niet zo relevant). Wat die Deense variant op ‘onze’ iceman daar op Antarctica doet, gaat mij natuurlijk veel te ver (hoe geboeid ik ook naar de reportage kijk), maar door dat ‘seek discomfort’ bedenk ik wel: wat klaag ik nou toch eigenlijk over een atletiekbaan met een wat zwaardere ondergrond dan ik gewend was? Ik beweer toch juist trails te willen lopen, wil de bergen weer in, dan is dat beetje extra ongemak, een beetje extra zwaarte, toch juist welkom? Laat ik, in plaats van te mopperen, juist blij zijn met deze gratis kans om nog net even iets sterker te worden.

Helemaal los hiervan, zegt een paar maanden later de snelste loper van de vereniging tegen me dat het hem opvalt dat iedereen altijd zo moppert op lopen door dat mulle zand, maar dat je daar nou juist heel sterk van wordt. Juist ja, ik weet wel iemand die zich daar aangesproken door mag voelen 🙂 (mul zand: grrrh!). Tijd dus voor een mindshift.

In de visie van dat genoemde merk staat te lezen: “Seeking discomfort is the gateway to a fulfilling life.” Nou ja, oké, dat is me wel wat te stellig en algemeen geldend geformuleerd, ik probeer het altijd maar een beetje bij mezelf te houden, maar ik herken hier zeker iets in. Het blijft gek, dat je je juist lekker voelt als het ongemakkelijk (geweest) is, als je het zwaar hebt gehad, als je hebt moeten afzien – of zelfs als je daar nog mee bezig bent. Al blijft het ingewikkeld er meer in het algemeen dingen over te zeggen; voor je het weet, doe je de nodige moralistische uitspraken, en aan moralisme heb ik een broertje dood.

Een thema blijft voor mij de wonderlijkheid van het verlangen naar dat ongemak en tegelijk de angst voor hetzelfde ongemak. Ik kan zo terugverlangen naar die lange wedstrijden in de bergen, en ik kan haast ontroerd raken bij de gedachte aan het gevoel dat je niet meer kan, en dat je dan tegelijkertijd geen enkele twijfel hebt dat je toch door zal gaan (en dat dan ook zal blijken te kunnen). Van dat gevoel ving ik bij de Jutbergtrail al weer even een oppervlakkige glimp op. Ontroering als ik Jasmin Paris hoor en zie vertellen over haar laatste kilometer tijdens de Barkley’s. Dat ze zich (dan pas) realiseert dat ze het feitelijk niet kan halen, dat ze niet meer kán, dat ze dit tempo niet kan vasthouden, en dan tegen zichzelf zegt: dan moet je dus versnellen. En dat dan kennelijk ook nog ergens vandaan weet te halen, zodat ze uiteindelijk met 99 seconden reserve (op de limiet van 60 uur) haar hand op de yellow gate legt.

Ik verlang naar de lange wedstrijden, en als Renske dan een suggestie doet voor een loopje in België in het pinksterweekend, en ik zoek dat loopje op, denk ik: néé, honderd kilometer? Dat kan ik niet, wil ik niet, durf ik niet, daar ben ik niet aan toe. Weet je wel hoe lang je daarover doet? Weet je wel hoe kapot je dan gaat? En hoe lang je dan moet volhouden, doorgaan, steeds maar doorgaan? Ergens wil ik het wel, maar over dat durven ben ik nog niet zo zeker.

Een ander filmpje dat ik bekijk, is van een groep lopers die een meerdaags programma lopen ergens in het Verenigd Koninkrijk (Wales? Cornwall?). Een soort etappeloop, maar dan meerdere keren dezelfde route. Ik ben de details vergeten, maar het lijkt in een soort therapeutische setting plaats te vinden. Een van de lopers heeft het tijdens een interview ook over de zegeningen van ongemak opzoeken, en hij zegt daarover dat het erom gaat de grens te bewaken tussen ‘discomfort and self-punishment’. Dit is een onderwerp dat in mijn vaste loopgroepje ook weleens ter sprake komt. Straf je jezelf door die lange lopen te ‘moeten’ lopen? Straf je jezelf door niet uit te ‘mogen’ stappen tijdens een wedstrijd (of training)? Ben je dus lief voor jezelf als je níet hoeft door te zetten, als je wél mag uitstappen? Zo lijkt het oppervlakkig gesproken misschien wel, maar dat is beslist niet het hele verhaal. Misschien heeft het simpelweg te maken met uitgesteld geluk. Stoppen levert onmiddellijk een lekker gevoel, opluchting, maar doorzetten levert op langere termijn mogelijk een groter (en langduriger) geluksgevoel. En al heeft het ego daar denk ik wel iets mee te maken (trots op de prestatie die je geleverd hebt), is ook dát weer niet het hele verhaal, volgens mij. Is het dan puur iets fysiologisch, dat diepgaan zoveel bevrediging oplevert (endorfine, dopamine)? Of heeft het ermee te maken dat je voelt en merkt dat je zoveel aankan, dat je voelt dat je je mogelijkheden en kracht aanspreekt? (Maar ja, zou Rutger Bregman misschien zeggen: zou je daar dan niet beter iets mee kunnen doen waar de maatschappij iets aan heeft, in plaats van domweg een rondje te gaan rennen – of voor zijn part vijf rondjes ergens door een park in Tennessee?)

Ik weet het allemaal niet, het zal vast een combinatie van dingen zijn. Misschien lees of hoor ik nog eens iets waarvan ik denk: ja, dát is het helemaal. In elk geval ben ik voorlopig blij dat ik loop.

Dit bericht werd geplaatst in hardlopen. Bookmark de permalink .

2 reacties op Ongemak: opzoeken of vermijden?

  1. Bram van der Bijl zegt:

    Tja, een onderwerp, waar waarschijnlijk makkelijk een boek over kan worden volgeschreven. Waarom op zoek naar “ongemak” in een samenleving, waarin bijna alles gericht is op het nemen van de weg van de allerminste weerstand?

  2. Eef zegt:

    Ik zou zeggen dat je ook met domweg een rondje rennen iets bijdraagt aan de maatschappij. Misschien niet op een ambitieuze en grootse manier, maar wel doordat je tijdens het rennen die ene persoon waar je langs rent inspireert, of doordat je je op je blogt schrijft en op die manier iemand inspireert. Misschien geeft het die mensen net dat beetje motivatie om ook de ongemakken op te zoeken en een rondje te gaan rennen. Dat doe je in ieder geval niet als je de ongemakken uit de weg gaat en op de bank blijft zitten.

Plaats een reactie